In welke geloven is alcohol niet toegestaan en in welke geloven heeft het juist een betekenis?
In religieuze of levensbeschouwelijke dogma’s kan alcohol verschillende functies hebben.
Zo kunnen religieuze/levensbeschouwelijke groeperingen alcoholgebruik in het geheel afkeuren en als slecht of als zonde betitelen; andere groeperingen geven alcohol juist een plaats in hun rituelen.
Voorbeelden van religieuze groeperingen die het gebruik van alcohol afkeuren of verbieden zijn de Islam en protestants-christelijke groeperingen zoals de Baptisten en de Methodisten.
De Islam stelt dat elke vorm van beneveling ‘haram’ (=slecht voor lichaam en ziel) is. Alles dat schade toebrengt aan psyche en lichaam en hierdoor de krachten van de mens aantast (teksten: al-Nisaa’ 4:29; al-Baqarah 2:195) is verboden. Ook het kopen van alcohol is ‘haram’. Kleine hoeveelheden alcohol voor uitwendig gebruik bijvoorbeeld in de vorm van parfum zijn toegestaan.
Ook in de Bijbel wordt regelmatig aangehaald dat onthouding van alcoholhoudende dranken en andere intoxicanten een grote deugd is (Daniel 1:5; Lucas 1:15) en dat overmatig alcoholgebruik leidt tot agressie, armoede, zorgen, onzekerheid en ongevoeligheid (Spreuken 20:1-2; 23:21-35). In het algemeen keurt de Bijbel het matig gebruik van wijn zeker niet af; het name in het Nieuwe Testament wordt daarvan regelmatig gewag gemaakt (o.a. Johannes 2: 1-11; de bruiloft te Kana; Jezus verandert water in wijn). Afhankelijk van de christelijke stromingen is de interpretatie van de Bijbelse tekst verschillend. Dit kan ertoe leiden dat het ene christelijke geloof alcoholgebruik als zonde beschouwd, terwijl het andere geloof alcohol in godsdienstige rituelen gebruikt (o.a. het drinken van wijn tijdens het Avondmaal; wijn staat daar symbool voor het bloed van Jezus) en consumptie niet als zonde betiteld.
Sommige levensovertuigingen raden op andere gronden alcoholgebruik af of geven alcoholvrije voedingsadviezen. Zo staat bij Boeddhisten het mediteren centraal. Belangrijk hierbij is dat het lichaam in een zo rustig mogelijke uitgangspositie verkeerd. Een aantal voedingstoffen, waaronder vlees, sterke kruiden, suikers en alcohol hebben volgens deze gedachtegang op een lichaam een ongewenst effect. Men raadt alcoholconsumptie dan ook af vanwege het bedwelmende en intoxicerende effect.
Ook de Rastafari gebruiken geen alcoholhoudende voedingsstoffen omdat zij alleen voeding gebruiken die ‘ital’ (puur) is. Dit betekent dat zij afgeleide producten, zoals bijvoorbeeld olikn, melk en melkproducten, vlees van carnivoren en alcohol ten strengste afraden.
Bij een aantal religieuze en levensbeschouwelijke groeperingen is alcoholgebruik binnen ceremonikle rituelen en op specifiek daarvoor bestemde feestdagen een gewoonte.
Zoals gezegd symboliseert bij protestanten en rooms-katholieken het drinken van wijn bij het Avondmaal respectievelijk het ritueel van het mengen van wijn met water tijdens de mis het bloed van Christus. Ook buiten de diensten is alcoholconsumptie toegestaan.
In het Jodendom maakt drinken van koshere wijn (jajin) deel uit van verschillende rituelen tijdens de sabbat en het inwijden en uitluiden van feestdagen. Hierbij zijn alleen koshere wijnen, die onder het toezicht van een rabbinaat zijn gemaakt, toegestaan. Andere alcoholhoudende dranken zijn buiten de rituelen wel toegestaan.
Bij sommige Afro-Amerikaanse en Afrikaanse ceremonien maakt, naast drum en dans, alcoholconsumptie deel uit van rituelen waarbij een trance opgeroepen wordt. Voor, tijdens of na een trance drinkt men alcohol om deze op te roepen of af te sluiten. Soms biedt men alcohol aan God aan als offerande. Ook kan alcohol onderdeel zijn van reinigingsrituelen of overgangsrituelen (bijvoorbeeld geboorten, begrafenissen, huwelijken). Dit is afhankelijk van de groepering, de ceremonie en de betekenis van het ritueel.
Rituelen
Tijdens een tal van wereldwijd bekende rituele en religieuze feesten (van verschillende levensbeschouwelijke origine) speelt alcoholconsumptie voor een of meerdere dagen een belangrijke factor. Voorbeelden hiervan zijn het einde van de katholieke vastentijd: carnaval en het rituele (niet religieuze) inluiden van het nieuwe jaar met champagne.
Over het algemeen stellen alle religieuze/levensbeschouwelijke dogma’s dat overmatig alcoholgebruik (alcoholmisbruik) botst met religieuze en sociale normen en waarden.
Tegelijkertijd hoeven rituelen of voorschriften geen leidraad voor de individuele gelovige te vormen. Een individu dat een religie aanhangt die onthouding voorschrijft, kan wel alcohol drinken en zich tegelijkertijd gelovig achten. Religies die ritueel van alcohol gebruik maken accepteren het dagelijks en overmatig drinken van een persoon ook niet zonder meer.
Uiteindelijk maken mensen zelf een keuze voor of tegen alcoholgebruik. Dit hangt van meerdere factoren af zoals de omgeving waarin iemand opgroeit, mensen waarmee je omgaat, sociale controle die uitgeoefend wordt, de individuele drang naar beneveling, problemen die iemand ervaart, hulp die iemand krijgt enz. Religie speelt hierin maar een betrekkelijk kleine rol. De keuze om de door religie gestelde grenzen van normen en waarden te overschrijden blijft voor velen een individueel en persoonlijk onderwerp.